033 De Confreranten (Al-Ahzaab)
Geopenbaard nà
de Hidjrah. Dit hoofdstuk heeft 73 strofen.
In naam
van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle.
1.
O Profeet, zoek bescherming bij Allah en gehoorzaam de ongelovigen
en de huichelaars niet. Allah is Alwetend, Alwijs.
2.
Volg hetgeen u is geopenbaard van uw Heer. Voorwaar, Allah is goed
op de hoogte van alles wat gij doet.
3.
En stel uw vertrouwen in Allah, want Allah is als beschermer
voldoende.
4.
Allah heeft voor geen man twee harten in zijn binnenste gemaakt,
noch heeft Hij uw vrouwen van wie gij wegblijft door haar moeder te
noemen, tot uw moeders gemaakt, noch heeft Hij uw aangenomen zonen
tot uw (werkelijke) zonen gemaakt. Dat is slechts een woord dat men
uit, maar Allah spreekt de waarheid, en Hij wijst de weg.
5.
Noemt hen bij hun vaders naam dat is billijker in de ogen van Allah.
Maar als gij hun vader niet kent, dan zijn zij uw broeders in het
geloof en uw vrienden, en er is geen zonde voor u in datgene waarin
gij u vergist, maar wel in hetgeen uw hart zich heeft voorgenomen.
Allah is Vergevensgezind, Genadevol.
6.
De Profeet is dichter bij de gelovigen dan zij zelven, en zijn
vrouwen zijn hun moeders. En bloedverwanten zijn nader bij elkander
volgens het Boek van Allah, dan de gelovigen en de Mohadjirien
tenzij gij uw vrienden een gunst bewijst. Dit is in het Boek
neergeschreven.
7.
En toen Wij met de profeten een verbond sloten: met u, met Noach,
Abraham, Mozes, en Jezus de zoon van Maria, sloten wij een hecht
verbond.
8.
Opdat Hij de waarachtigen over hun waarachtigheid moge ondervragen.
En voor de ongelovigen heeft Hij een pijnlijke straf bereid.
9.
O, gij die gelooft, herinnert u Allah's gunst, aan u bewezen, toen
er legers tegen u opkwamen en Wij tegen hen een wind zonden en
legers die gij niet zaagt. En Allah ziet wat gij doet.
10.
Toen zij over u kwamen van boven en van beneden, en toen uw ogen
staarden en het hart in de keel klopte, en gij over Allah allerlei
gedachten koesterdet.
11.
Toen werden de gelovigen beproefd en zij werden hevig geschokt.
12.
En toen de huichelaars en zij in wier hart een ziekte is, zeiden:
"Wat Allah en Zijn boodschapper ons beloofden was slechts bedrog."
13.
En toen een gedeelte van hen zei: "O volk van Jasrab (Madinah), gij
kunt hier geen stand houden, keert daarom terug." En een gedeelte
vroeg zelfs om toestemming van de Profeet, zeggende: "Onze huizen
staan aan de vijand bloot." Deze waren echter niet blootgesteld, zij
wensten slechts te vluchten.
14.
Als men uit de omgeving bij hen zou binnendringen en hun zou worden
gevraagd, onlusten te veroorzaken, zouden zij dat terstond hebben
gedaan en zij zoudlen slechts weinig hebben getalmd.
15.
Waarlijk, zij hadden reeds vroeger een verbond gesloten dat zij hun
rug niet zouden tonen. En er zal (hun) gevraagd worden over Allah's
verbond.
16.
Zeg: "Vlucht zal u stellig geen voordeel brengen als gij voor de
dood of voor het gevecht vlucht; slechts korte tijd zult gij
genieten."
17.
Zeg: "Wie is het, die u tegen Allah kan beschermen indien Hij u met
kwaad wil treffen of barmhartigheid betonen? En zij zullen voor zich
buiten Allah vriend noch helper vinden."
18.
Allah kent degenen onder u die de mensen tegenhouden, en hen, die
tegen hun broeders zeggen: "Komt naar ons toe," en die zich weinig
met de oorlog bemoeien.
19.
Zij zijn terughoudend in hun hulp voor u. Maar als het gevaar komt,
ziet gij hen naar u kijken met rollende ogen als van iemand die
bezwijmt bij de doodsstrijd. En als de vrees is weggevaagd, treffen
zij u met hun scherpe tong door hun zucht naar rijkdommen. Zulken
hebben niet oprecht geloofd; daarom heeft Allah hun werken
vruchteloos gemaakt. Dit is gemakkelijk voor Allah.
20.
Zij denken, dat de bondgenoten niet zijn vertrokken; en als de
bondgenoten zouden wederkomen, zouden zij gaarne onder de zwervende
Arabieren in de woestijn willen zijn, nieuws over u vragende. En als
zij onder u waren, zouden zij weinig vechten.
21.
Voorwaar, gij hebt in de Profeet van Allah een prachtig voorbeeld
voor ieder die Allah en de laatste Dag vreest, en die Allah vaak
herdenkt.
22.
En toen de gelovigen de scharen zagen, zeiden zij: "Dit is wat Allah
en Zijn boodschapper ons beloofden; en Allah en Zijn boodschapper
spraken de waarheid." En dit vermeerderde slechts hun geloof en deed
hun onderwerping toenemen.
23.
Er zijn mensen onder de gelovigen die trouw gebleven zijn aan het
verbond dat zij met Allah hebben gesloten. Er zijn enigen onder hen
die hun eed hebben gehouden, en anderen die nog wachten en geenszins
veranderd zijn;
24.
Zodat Allah de waarachtigen voor hun oprechtheid moge belonen en de
huichelaars straffen zoals Hij wil, of Zich tot hen in
barmhartigheid wenden. Voorwaar, Allah is Vergevensgezind,
Genadevol.
25.
Allah weerhield de ongelovigen in hun woede; zij verwierven geen
voordeel. En Allah was toereikend (als Beschermer) voor de gelovigen
in de slag. Allah is Sterk, Almachtig.
26.
En Hij deed de mensen van het Boek die hen (de vijand) hielpen uit
hun vestingen komen en vervulde hun hart met ontzetting. Gij dooddet
sommigen en gij naamt anderen gevangen.
27.
En Hij deed u hun land, huizen en hun rijkdommen erven en ook een
land waarop gij nog nooit een voet had gezet. Allah heeft macht over
alle dingen.
28.
O profeet! Zeg aan uw vrouwen, "Als gij het leven dezer wereld en
zijn luister wenst, komt dan, ik zal u een geschenk geven en u op
een grootmoedige manier vrij laten.
29.
Maar indien gij Allah en Zijn boodschapper en het tehuis van het
Hiernamaals wenst, dan heeft Allah waarlijk voor degenen onder u die
goed doen, een grote beloning."
30.
O vrouwen van de profeet! Als iemand onder u schuldig is aan een
openbaar onbetamelijk gedrag zal haar straf worden verdubbeld. En
dit is gemakkelijk voor Allah.
31.
Maar wie van u aan Allah en Zijn boodschapper gehoorzaamt en goede
werken doet, haar zullen Wij dubbel belonen en Wij hebben voor haar
een waardige voorziening bereid.
32.
O vrouwen van de profeet, gij zijt niet zoals een andere vrouw.
Indien gij godvruchtig zijt, spreekt dan niet op een verleidelijke
manier, anders zal hij in wiens hart ziekte is, verwachtingen
koesteren; maar spreekt een oprechte taal.
33.
Blijft in uw huizen en stelt uw schoonheid niet ten toon als in de
vroegere dagen der onwetendheid; leeft het gebed na, en betaalt de
Zakaat en gehoorzaamt Allah en Zijn boodschapper. O huisgenoten,
Allah wenst alleen onreinheid van u te verwijderen, en u schoon en
zuiver te maken.
34.
En herinnert u de woorden van Allah en de wijsheid die in uw huizen
wordt verkondigd; want Allah is Aldoordringend, Alkennend.
35.
Voorwaar, de Moslims en de Moslima's en de gelovige mannen en
vrouwen, de gehoorzame mannen en vrouwen, de waarachtige mannen en
vrouwen, de standvastige mannen en vrouwen, de mannen en de vrouwen
die nederig zijn, de mannen en de vrouwen die aalmoezen geven, de
mannen en de vrouwen die vasten, de mannen en de vrouwen die hun
kuisheid bewaren, de mannen en de vrouwen die Allah vaak gedenken -
voor zulken heeft Allah vergiffenis en een grote beloning bereid.
36.
En het betaamt de gelovige man of vrouw niet, wanneer Allah en Zijn
boodschapper over een zaak hebben beslist, dat er voor hen een keuze
zou zijn in die zaak. En wie Allah en Zijn boodschapper niet
gehoorzaamt, is zeker klaarblijkelijk afgedwaald.
37.
En herinnert u, toen gij tot hem, wie Allah gunsten had bewezen en
wie gij ook gunsten had bewezen, zeidet: "Behoud uw vrouw voor u en
vrees Allah." Gij verborgt in uw hart wat Allah aan het licht zou
brengen, en gij vreesdet de mensen terwijl Allah er meer recht op
heeft dat gij Hem zoudt vrezen. Toen Zaid van haar scheidde,
verenigden Wij haar met u in de echt, opdat er voor de gelovigen
geen bezwaar mocht zijn ten opzichte van de vrouwen van hun
aangenomen zonen, als zij van haar zijn gescheiden. Allah's gebod
moet worden nageleefd.
38.
Er moet voor de profeet geen bezwaar zijn betreffende hetgeen Allah
voor hem geordend heeft. Dit is ook de handelwijze van Allah met hen
die vóórdien zijn heengegaan - en het gebod van Allah is een
vastgestelde verordening.
39.
Degenen, die Allah's boodschappen brengen, vrezen Hem en buiten
Allah niemand. Allah is Toereikend om te verrekenen.
40.
Mohammed is niet de vader van één uwer mannen, maar de boodschapper
van Allah en het zegel der profeten; Allah heeft kennis van alle
dingen.
41.
O, gij die gelooft! Gedenkt Allah veelvuldig.
42.
En prijst Zijn Heiligheid 's morgens en 's avonds.
43.
Hij is het Die u zegent en ook Zijn engelen doen dit, opdat Hij u
van de duisternissen tot het licht moge leiden. En Hij is voor de
gelovigen Genadig.
44.
De Dag waarop zij Hem zullen ontmoeten zal hun groet "Vrede" zijn.
En Hij heeft hun een eervolle beloning bereid.
45.
O, profeet. Wij hebben u als getuige, drager van blijde tijdingen en
waarschuwer gezonden.
46.
En als een roeper tot Allah door Zijn gebod, en als een stralende
zon.
47.
Verkondig derhalve aan de gelovigen het blijde nieuws dat zij van
Allah grote genade zullen ontvangen.
48.
En gehoorzaam de ongelovigen en de huichelaars niet en sla geen acht
op hun grievende taal, stel uw vertrouwen in Allah, want Allah is
Toereikend als Beschermer.
49.
O, gij die gelooft! Als gij een gelovige vrouw huwt en daarna van
haar scheidt voordat gij haar hebt aangeraakt dan behoeft zij om
uwentwille geen wachtperiode te berekenen. Schenkt haar daarom een
gave en laat haar op een grootmoedige wijze vrij.
50.
O profeet, Wij hebben voor u uw vrouwen wettig gemaakt, aan wie gij
haar huwelijksgiften hebt gegeven, en degenen die uw rechterhand
bezit van haar, die Allah u als een oorlogsbuit heeft gegeven en de
dochters van uw ooms en tantes van vaderszijde en de dochters van uw
ooms en tantes van moederszijde die met u emigreerden, en elke
gelovige vrouw indien zij zich aan de profeet toevertrouwt als de
profeet haar wenst te huwen; dit is slechts voor u en niet voor de
gelovigen. Wij hebben reeds kenbaar gemaakt wat Wij omtrent hun
(gelovige) vrouwen en degenen die hun rechterhand bezit, hebben
verordend, opdat er geen blaam u aankleve. Allah is Vergevensgezind,
Genadevol.
51.
Gij moogt verlaten wie gij wilt en tot u nemen wie gij wilt, er rust
geen blaam op u wanneer gij haar terugneemt van wie gij u afzijdig
hebt gehouden. Dit is het meest passend om hen verust te stellen,
zodat zij niet treuren en allen tevreden mogen zijn met hetgeen gij
haar geeft. En Allah weet wat in uw hart is; Allah is Alwetend,
Verdraagzaam.
52.
Het is u hierna niet toegestaan vrouwen te huwen noch haar voor
andere vrouwen te ruilen, zelfs al behaagt u haar schoonheid, met
uitzondering van haar die uw rechterhand mocht bezitten. En Allah
houdt de wacht over alle dingen.
53.
O, gij die gelooft! Gaat de huizen van de profeet niet binnen tenzij
gij uitgenodigd wordt tot een maaltijd, doch niet wachtend tot deze
gereed is. Wanneer gij zijt uitgenodigd, komt dan binnen; en wanneer
gij gegeten hebt vertrekt dan en blijft niet praten. Dat is lastig
voor de profeet; hij is verlegen voor u, maar Allah aarzelt niet om
de waarheid (te zeggen). En als gij haar (zijn vrouwen) om iets
vraagt, vraagt het dan van achter het gordijn. Dat is reiner voor uw
hart en haar hart. En het past u niet de boodschapper van Allah
lastig te vallen, noch dat gij ooit zijn vrouwen na hem zoudt huwen.
Dat zou in de ogen van Allah inderdaad een grote (belediging) zijn.
54.
Of gij iets openbaar maakt of verbergt, waarlijk Allah heeft kennis
van alle dingen.
55.
Er rust op haar (uw vrouwen) geen schuld als zij zich tonen aan haar
vaders of haar zonen of haar broeders of de zonen van haar broeders,
of de zonen van haar zusters en hun vrouwen of hun ondergeschikten.
Maar vreest Allah. Voorwaar, Allah is Getuige van alle dingen.
56.
Allah en Zijn engelen zenden zegeningen over de profeet. O, gij die
gelooft, zendt zegeningen over hem en wenst hem vrede met alle
eerbied toe.
57.
Betreffende hen, die Allah en Zijn boodschapper lastig vallen, Allah
heeft hen in deze wereld en in het Hiernamaals vervloekt en heeft
een vernederende straf voor hen bereid.
58.
En zij, die gelovige mannen en vrouwen lastig vallen zonder dat
dezen er schuld aan hebben, dragen voorzeker de schuld van laster en
een openlijke zonde.
59.
O profeet! Zeg aan uw vrouwen en uw dochters en de vrouwen der
gelovigen dat zij een gedeelte van haar omslagdoeken over haar
(hoofd) laten hangen. Dit is beter, opdat zij mogen worden
onderscheiden en niet lastig worden gevallen. En Allah is
Vergevensgezind, Genadevol.
60.
Indien de huichelaars en degenen in wier hart een ziekte is en
degenen die opschudding in de stad veroorzaken, niet ophouden,
zullen Wij u zeker tegen hen in beweging brengen; dan zullen zij
slechts voor een korte tijd in uw nabijheid mogen vertoeven.
61.
Vervloekt zijn zij; waar zij zich ook bevinden zullen zij worden
gegrepen en gedood.
62.
Voorwaar, zo was Allah's handelwijze met degenen die voordien zijn
heengegaan en in Allah's handelwijze zult gij geen verandering
vinden.
63.
De mensen vragen u over het Uur. Zeg: "De kennis er van is slechts
bij Allah," gij weet het niet; het kan zijn dat het Uur nabij is.
64.
Allah heeft de ongelovigen zeker vervloekt en heeft een laaiend Vuur
voor hen bereid.
65.
Daarin zullen zij voor lange tijd vertoeven en zullen vriend noch
helper vinden.
66.
De Dag waarop hun gezicht zich in het Vuur zal wentelen zullen zij
zeggen: "O, hadden wij slechts Allah en Zijn boodschapper
gehoorzaamd!"
67.
En zij zullen zeggen: "Onze Heer, wij gehoorzaamden onze leiders en
onze grote mannen maar zij deden ons van de rechte weg afdwalen.
68.
Onze Heer, geef hun een dubbele straf en vloek hen met een zware
vloek."
69.
O, gij die gelooft! weest niet zoals degenen die Mozes ergerden!
Allah echter zuiverde hem van hetgeen zij zeiden. En hij was in
aanzien bij Allah.
70.
O, gij die gelooft! Vreest Allah en spreekt de waarheid.
71.
Hij zal uw werken goed voor u maken en u uw zonden vergeven. En wie
Allah en Zijn boodschapper gehoorzaamt, heeft zeker een grote
overwinning behaald.
72.
Voorwaar, Wij boden de hemelen, de aarde en de bergen aan, hun
(iets) toe te vertrouwen, maar zij weigerden dit te dragen en
vreesden er voor, maar de mens nam het op zich. Inderdaad, hij is
zeer onrechtvaardig (jegens zichzelf), onwetend.
73.
Het gevolg er van is dat Allah huichelachtige mannen en vrouwen, en
afgodendienaren en afgodendienaressen zal straffen. En Allah wendt
zich in barmhartigheid tot gelovige mannen en vrouwen, en Allah is
Vergevensgezind, Genadevol.
|